EP28: The metric system

Wanneer Vincent Vega (John Travolta) en Jules Winnfield (Samuel Jackson) aan het begin van Pulp Fiction onderweg zijn naar het appartement van Brett (Frank Whaley), spreken ze over Vincents ervaringen in Europa. Eén van de dingen die hem daar zijn opgevallen is dat een quarter pounder with cheese bij de McDonalds in Frankrijk een ‘Royal with cheese’ wordt genoemd. De oorzaak hiervan ligt – zo legt Vincent uit – in het feit dat men in Europa het metrische stelsel hanteert en de Europeanen don’t know what the fuck a quarter pounder is. Deze anecdote wordt later in de film nog herhaald, vlak voordat Bret en zijn maten worden neergeschoten.

De verbazing van Vincent en Jules over de ‘Royal with cheese’ is begrijpelijk. Hoewel het metrische stelsel, met zijn meters, liters en kilogrammen, zo goed als wereldwijd gehanteerd wordt, ligt hun woonplaats (Los Angeles) in de Verenigde Staten, één van de drie landen die formeel het concurrerende imperiale systeem blijven gebruiken (de andere zijn Myanmar (Birma) en Liberia; zoals gebruikelijk is de situatie in het Verenigd Koninkrijk complex).

Het metrische stelsel
Het metrische stelsel stamt uit de Franse Revolutie en deelt zijn ontstaansgeschiedenis hiermee. Hoewel de voordelen van een gemeenschappelijk, universeel meetsysteem al veel eerder waren geformuleerd (onder andere door Simon Stevin in 1586 en John Wilkins in 1668) was de situatie in het Frankrijk van 1780 een véritable chaos métrologique:

On mesurait des object différents avec des mesures différentes: les uns en pas, d’autres en coudées ou en pieds. Certaines mesures n’avaient pas d’objectivité physique. On mesurait la terre en fonction du nombre de journées de travail. Par ailleurs les mesures variaient d’une paroisse à l’autre. Sur certains marchés, on utilisait simultanément deus à trois systèmes de poids pour la mesure du blé. (Flichy 1991, p.25)

Deze metrologische chaos, de verschillende belastingen en heffingen die hierop werden geheven en het misbruik dat door de regionale overheden hiervan gemaakt, zorgden voor een toenemende sociale onrust die uiteindelijk mede verantwoordelijk was voor de Franse Revolutie in 1786 (Alder 2002). Onbekende, onduidelijke en subjectieve maten moesten plaatsmaken voor objectieve standaarden die hun fundering vonden in de meetbare werkelijkheid en overal in de Republiek op eenzelfde manier gehanteerd zouden worden. Een kilo bloem zou in Parijs hetzelfde moeten zijn als in Perpignan, een liter melk hetzelfde in Lille als in Lyon. Om de lengtemaat te objectiveren mat men de afstand van de pool door Parijs tot aan de evenaar en deelde dit door tien miljoen; een gebeurtenis die volgens Daniel Kehlmann met de nodige ceremonie gepaard ging:

[Humboldt] stond erbij toen in de motregen op een vertrapt grasveld buiten de stad het laatste segment van de lengtegraad gemeten werd die Parijs met de pool verbond. Toen het klaar was, namen allen hun hoed af en schudden elkaar de hand: één tienmiljoenste van de afstand werd in metaal gevat en zou de eenheid van alle toekomstige lengtemetingen worden. Men wilde haar meter noemen. (Kehlmann 2006, p.34)

Virtualisatie
De invoering van het metrische stelsel was een gevolg (en tegelijkertijd ook oorzaak) van het rationaliseringsdenken dat deze periode kenmerkte. Alle overtuigingen en gedachten moesten worden gestoeld op de rede, op analyseerbare, objectieve en herhaalbare feiten. Een meter, een tienmiljoenste van de afstand van de pool tot aan de evenaar (oftewel een kwart van de omtrek van de aarde) is voor iedereen gelijk, ondubbelzinnig en eeuwig. Ook voor de dieren en voor de goden is een meter deze afstand. En een verdere onderverdeling met machten van tien, met de bekende decimale voorvoegsels (wat later het SI zou vormen), maakt het spreken over afstand voor iedereen ondubbelzinnig.

meterMen zou kunnen stellen dat hiermee een virtuele eenheidsmaat is geïntroduceerd: een objectieve eenheid die zich onttrekt aan de menselijke gewaarwording en ervaring. De meter, een (arbitrair) gedeelte van de afstand tussen de pool en de evenaar, heeft niets te maken met de afstand die ik in een dag kan afleggen en verhoudt zich niet op natuurlijke wijze met mijn ledematen. Met de meter wordt een eenheid gecreëerd die zich op abstracte wijze verhoudt tot de dagelijkse realiteit van het menselijk bestaan. Dat deze meter zich inmiddels een eigen bestaansrecht heeft weten toe te eigenen, zelfs eentje van globale schaal, toont aan dat zich hier een epistemologische zwaartekracht heeft geconcentreerd, waaraan de mens zich graag confirmeert. Wanneer we, geïnspireerd door bijvoorbeeld Pierre Lévy, het virtuele opvatten als een creatie van een eigen werkelijkheid, een verandering van de identiteit van de dingen, dan is de introductie van het metrische stelsel een proto-virtualisatie te noemen.

Verhelderend in dit verband is het verloop van twee andere zaken die de republiek graag wilde veranderen: de tijd en de taal. Ook de tijdsmeting werd aan een nieuw rationeel ontwerp onderworpen. Maanden van dertig dagen elk, bestaande uit drie decaden van tien dagen die op hun beurt weer in tien uur verdeeld werden. Zo werd de wet die het metrische stelsel verplicht stelde geratificeerd op 18 Germinal, An III (oftewel 7 april 1795). En zelfs de taal moest worden gerationaliseerd: een universele taal zonder uitzonderingen, werkwoordsvervoegingen of geslachten, die voor iedereen hetzelfde was en een eind zou maken aan de verschillende dialecten die in Frankrijk gesproken werden (en worden) (Flichy 1991, pp.23-29).

In tegenstelling tot de meter zijn deze twee projecten jammerlijk gefaald. Na een turbulent bestaan werd de Republikeinse Kalender na vijftien jaar alweer afgeschaft, en hoewel wereldwijd veel talen op het punt van uitsterven staan zien we heden ten dage juist een opleving van streektalen en dialecten (maar zie hierover ook Marramao 2003, p.82). Wellicht omdat taal en tijd te nauw verbonden zijn met het menselijk bestaan om zich, zoals de ruimte, te laten virtualiseren. Het meten van tijd is minder arbitrair dan het meten van ruimte, omdat dit nu eenmaal afhangt van de omloop van de aarde om de zon, het wassen en krimpen van de maan, de cyclus van eb en vloed… (Aan de andere kant, de Maya, toch ook geen slechte astrologen, deelden het jaar in in achttien perioden van twintig dagen – wat toch ook niet correspondeert met de achtentwintig dagen die een maan-cyclus duurt.) En taal is te sterk gebonden aan ons hele bestaan als mens in een wereld om eenvoudig op te geven en te vervangen door een artificiële, virtuele creatie (zoals wordt beschreven door Heidegger of Benjamin, maar ook door Steven Pinker).

Conclusie
Met de introductie van het metrische stelsel is er een eenheid geïntroduceerd die voorbij gaat aan de menselijke maat. De rationalisering die hieraan ten grondslag ligt, vereist van de mens en de hem omringende natuur dat zij zich hieraan confirmeert. Niet langer is de mens de maat van alle dingen, maar laat de mens zich de maat dicteren door zijn eigen rationaliteit.

Afterthoughts
1. Het indelen van eenheden in tientallen heeft mij altijd verbaasd. Van oudsher worden dingen in twaalven verdeeld, wat logischer is omdat twaalf meer delers heeft dan tien. In deze opvatting werd ik enige tijd terug gesterkt, toen ik leerde dat een modern vormgevingsframework als bootstrap het scherm niet in tien maar in twaalf delen verdeelt: inderdaad omdat dit meer delers heeft.
2. De rationaliteit waarover ik het hier heb, is een rationaliteit van het westen, niet van de mens. Volgens Giacomo Marramao is deze rationaliteit het belangrijkste wapen waarmee de westerse mens de wereld heeft veroverd: “L’armamento più efficace di cui l’Occidente ha potuto disporre nel secoli è stato senza dubbio il suo peculiare ‘razionalismo'” (Maramao, pp.2003, 174-175).

Verder Lezen
Alder, K. (2002). The Measure of all Things—The Seven-Year-Odyssey that Transformed the World. London: Abacus.
Flichy, P. (1991). Une histoire de la communication moderne. Espace public et vie privée. Paris:La Découverte.
Kehlmann, D. (2006). Het meten van de wereld. Een filosofische avonturenroman over het leven van twee genieën. Vertaling uit het Duits door Jacq Vogelaar. Amsterdam: Querido.
Lévy, P. (1998). Qu’est-ce que le virtuel? Paris:La Découverte
Marramao, G. (2003). Passaggio a occidente. Filosofia e globalizzazione. Torino: Bollati Boringhieri.

Comments (2)

  1. Johan Blok

    Interessant, met name:

    Niet langer is de mens de maat van alle dingen, maar laat de mens zich de maat dicteren door zijn eigen rationaliteit.

    Ik zou het nog iets scherper formuleren, zeker ten aanzien van de metriek:
    De menselijke maat is niet langer afkomstig van zijn/haar fysieke verschijningsvorm, maar van haar (westerse vorm van) rationaliteit.

  2. Pingback: Communicatie 2: taalgemeenschap | Over kunst, filosofie en techniek

Leave a comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *