EP7: Oude en nieuwe techniek

1. techniek als ontbergen
In zijn Frage nach der Technik (FT) maakt Heidegger een onderscheid tussen oude en moderne techniek. In navolging van Aristoteles’ leer van causaliteit ging de oude techniek uit van vier oorzaken die ten grondslag liggen aan het tot stand komen van iets die alle vier gericht zijn op het bereiken van de voleinding van iets, het telos (De Anima 271a33,). In deze scholastieke opvatting bestaat niets zomaar, maar heeft alles een bepaalde vooropgestelde voleinding: het is goed wanneer die bereikt wordt en de dingen moeten gekoesterd worden om dit te bereiken. Wat is het doel van de akker? Dat zij vrucht draagt. Het samenspel tussen de verschillende oorzaken, de stof van de akker en de vorm van de vruchten zorgt er uiteindelijk voor dat dit telos bereikt kan worden (FT9, Visser 2014 pp.70ff.).

Dit bereiken van de telos is een ontologische overgang van iets wat er niet is naar iets wat er wel is. Het telos van de offerschaal (om Aristoteles’ voorbeeld maar te gebruiken) is al aanwezig in het zilver; dankzij het ambachtelijke werk van de smid komt deze schaal uit het zilver tevoorschijn:

Het aristotelische begrip van beweging, waar dit ontstaan betrekking op heeft, de omslag van niet-zijn naar zijn, is een ontologisch gebeuren, een zijnsbewogenheid waarvoor de taal ons ontbreekt […]. (Visser 2014, p.81).

Voor Heidegger betekent dit tevoorschijn-komen: iets uit de verborgenheid in het onverborgene brengen. (FT11). De actie van het tevoorschijn-brengen is dus het tegenovergesteld van verbergen. Heidegger duidt dit aan met ontbergen. Je kunt techniek inzetten om iets van het verborgene in het onverborgene tevoorschijn te laten komen: techniek is een wijze van ontbergen (FT12).

2. twee wijzen van ontbergen
Met name sinds Descartes zien we oorzakelijkheid niet meer in de vier vormen die Aristoteles hierin onderscheidde. De enige oorzaak die we in de moderne tijd nog erkennen is de werkoorzaak: een beweging die een andere beweging tot gevolg heeft, de botsende balletjes van Newton. Waar voor Aristoteles dingen nooit zonder doel tevoorschijn kwamen, zien wij moderne mensen het hele leven als een toevalligheid.

Het hele leven, behalve de dingen die wij zelf hebben gemaakt. In alles wat wij doen, spreekt de wens van doelmatigheid door. De hele maatschappij is in toenemende mate gericht op doelmatigheid. En ook de natuur zien we niet langer als doel op zichzelf, maar we onderzoeken (en modificeren) haar dusdanig dat ze geschikter wordt voor de doelen die wij stellen (Visser 2014, pp.73-75)

Met deze veranderende manier van kijken naar oorzakelijkheid, verandert ook de techniek die we gebruiken. Nog steeds is de techniek een manier van ontbergen, maar de wijze van ontbergen is, volgens Heidegger, radicaal verandert. Niet langer staat de techniek in het teken van het tevoorschijn-brengen, het koesteren en verzorgen om het zijn in staat te stellen zijn telos te bereiken. Nee, de moderne techniek staat in het teken van opvorderend ontbergen. De akker wordt niet langer verzorgd en gekoesterd, hij wordt in de greep gehouden. Door allerlei technische innovaties (denk aan het plastic over de aspergevelden) wordt hij gedwongen zijn vruchten zo snel en efficiënt mogelijk te leveren.

3. het gevaar
Deze nieuwe manier van ontbergen verandert onze verhouding met de ons omringende werkelijkheid. Omdat we de dingen niet meer op zichzelf beschouwen, maar alleen maar als middel tot een doel, ontzeggen we deze dingen de ruimte en de tijd die zij vanuit hun wezen behoeven (Visser 2014, p105). We dwingen de aardbeien om in december vrucht te dragen, we laten de bloemen inkt drinken om andere kleuren te krijgen en we stoppen varkens bij duizenden bij elkaar om zo efficiënt mogelijk graan om te zetten in ham.

Is dit allemaal erg? Schuilt hier werkelijk een gevaar in? Volgens Heidegger ontstaat er mogelijk een probleem wanneer we ook onszelf niet meer de tijd en ruimte geven die wij vanuit ons wezen behoeven. Wat blijft er over van ons, van onze samenleving, wanneer we ons leven louter inrichten op efficiëntie, wanneer we onszelf en elkaar alleen maar gaan beoordelen op de gebruikswaarde?

Verder lezen

Verbeek, P.P. (2014), Op de vleugels van Icarus. Hoe techniek en moraal met elkaar meebewegen. Amsterdam:Lemniscaat.

Visser, G.T.M. (2014), Heideggers vraag naar de techniek; een commentaar. Nijmegen:Van Tilt.

Comments (2)

  1. Pingback: EP48: Met voedsel alleen | Over kunst, filosofie en techniek

Leave a comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *