Zeg maar ‘U’

Naar aanleiding van een column van Rosanne Herzberger in het NRC van 10 juni, schreef ik een klein briefje over het gebruik van persoonlijke voornaamwoorden. Deze bleek twee keer gepubliceerd te worden: op dinsdag en op zaterdag. Bij de laatste versie van één van de twee spelfouten verwijderd. In de tekst hieronder heb ik voor de volledigheid beide gecorrigeerd.


Interessante analyse van Rosanne Hertzberger in NRC van afgelopen zaterdag (‘Onzijdige Struikeltaal’, O&D 10 juni). Mensen die zich niet prettig voelen binnen de binaire indeling in mannen en vrouwen gebruiken andere persoonlijke voornaamwoorden om aan hun genderidentiteit recht te doen. Persoonlijk heb ik geen enkele moeite met mannelijke voornaamwoorden, maar wellicht kan ik iets van de gevoeligheid van deze kwestie begrijpen wanneer ik het vergelijk met mijn eigen gevoeligheid voor het tutoyeren door onbekenden. Elke keer als ik door buschauffeurs of kassamedewerkers, door webwinkels als bol.com, of zelfs door Rijkswaterstaat (‘hoe hard rijd je nu?’) word getutoyeerd, voelt dat als een belediging. Ik ben toch geen ‘je’, denk ik in zo’n geval.

Ik zou derhalve willen pleiten voor een herwaardering van de vousvoyerende vorm in de publieke ruimte, en dat bij webwinkels (in navolging van de vijftig gender-opties die Facebook blijkbaar aanbiedt) de mogelijkheid wordt geboden aan te geven of men wil worden getutoyeerd of niet. Toevoegen van genderneutrale voornaamwoorden leidt tot een meer inclusief taalgebruik; gebruik van de vousvoyerende vorm zal leiden tot een meer beleefde omgangsvorm.

 

Leave a comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *