EP8: Species barrier

In zijn Eating Animals beschrijft Jonathan Saffran Foer de species barrier. Hij doet dit aan de hand van het voorbeeld van Knut, een ijsbeer die in 2006 in de Berliner Zoo geboren werd. Omdat dit de eerste ijsbeer was die in gevangenschap ter wereld kwam, en omdat jonge ijsberen een behoorlijk knuffelgehalte hebben, kon Knut zich direct verheugen op een grote populariteit. Van heinde en verre kwamen mensen om Knut te bewonderen, het lokale voetbalteam wilde hem adopteren als mascotte en hij had zijn eigen podcast en webcam (en inmiddels ook een wikipedia-lemma) (Saffran Foer 2009, pp.75-76).

Knut_IMG_8095If you go to see Knut and get hungry, just a few feet away from his enclosure is a stand selling “Wurst de Knut”, made from the flesh of factory-farmed pigs, wich are at least as intelligent and deserving of our regards as Knuth. This is the species barrier (loc.cit.).

Het punt dat Saffran Foer wil maken lijkt duidelijk: we zijn inconsequent in de manier waarop we met dieren omgaan. De ene soort knuffelen we terwijl we een andere soort met evenveel verve fokken en slachten. Een vergelijkbaar punt wordt gemaakt door groeperingen die mensen terechtwijzen die aan de ene kant problemen hebben met het lijden en sterven van de grote runderen in de Oostvaardersplassen terwijl ze wel gewoon vlees eten. Verschillende auteurs wijzen op de hypocrisie of ondoordachtheid van dergelijke handelingen (Herzog 2011, Joy 2011, Pollan 2011) en proberen op verschillende manieren een consequente verhouding tot de dieren te ontwikkelen.

10432137_10152259797939475_1616366262852553303_nWanneer we echter deze situatie op een abstracter niveau bekijken, blijkt er helemaal geen sprake te zijn van inconsequent handelen. Met de opkomst van de moderne techniek en wetenschap, zijn we eraan gewend geraakt om de natuur te bezien vanuit de doeleinden die wij mensen erin kunnen leggen (zoals bijvoorbeeld beschreven in deze andere blog). De rivier kunnen we gebruiken om energie mee op te wekken, het bos om planken van te maken en de rivier om materialen mee te transporteren. Onze handelingen, onze verhouding tot de wereld en tot elkaar, worden ingegeven door het doel wat deze handelingen dienen.

In dat licht bezien is het logisch dat we de ene diersoort knuffelen terwijl we de andere afslachten: beide acties streven een bepaalde doel na, en dat doel proberen we op zo’n efficiënt mogelijke manier te bereiken. Dus we koesteren en liefkozen onze katten met als doel genegenheid en aandacht, we fokken en slachten varkens met als doel ham en spek, we houden grote grazers op de Oostvaardersplassen met als doel het kunnen beleven van een nieuwe wildernis.

Net als treinen en auto’s zien mensen dieren als dingen die ze kunnen inzetten om een doel te bereiken. Wanneer we het liefkozen van Knut willen goedkeuren terwijl we het eten van varkens veroordelen, moeten we niet appelleren aan een species barrier, maar kunnen we beter onze hele metafysische verhouding tot de natuur aan een kritisch onderzoek onderwerpen.

Verder lezen
Herzog, H. (2011), Some we Love, Some we Hate, Some we Eat. Why it’s so hard to think straight about animals. New York, NY:Harper Perennial.

Joy, M. (2011), Why we Love Dogs, Eat Pigs and Wear Cows. An Introduction to Carnism. Newburyport, MA: Red Wheel Weiser

Pollan, M. (2011), The Omnivore’s Dilemma. The Search for a Perfect Meal in a Fast-Food World. New York:Bloomsbury

Saffran Foer, J. (2009), Eating Animals. Penguin.

Leave a comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *