EP9: Benjamin en web 2.0

Met de term ‘web 2.0’ introduceerde Tim O’Reilly in 2001 een nieuwe blik op het internet. In het eerste decennium van internet (http is van 1991) werd deze techniek min of meer alleen gebruikt om statische inhoud te delen met de wereld. Het web was feitelijk niet heel veel meer dan een uitgebreide krant of televisie, waarin de communicatie vooral één richting op was: een kleine groep producenten maakte alle inhoud voor een grote groep consumenten.

In het tweede decennium veranderde die manier van werken met internet. Sites boden steeds meer de mogelijkheid aan hun bezoekers om ook inhoud op die site te plaatsen – eerst alleen in de vorm van commentaar maar steeds vaker ook in de vorm van inhoud zelf. Het bekendste voorbeeld hiervan is wikipedia, die al sinds 2001 iedereen toestaat om lemmata toe te voegen of aan te passen. Video-deling via youtube is in 2005 begonnen en met sites als Twitter, Hyves en (later) Facebook begon het hele concept van ‘sociale media’ in ons dagelijks leven post te vatten. Inmiddels kunnen we ons een wereld zonder deze media nauwelijks nog voorstellen.

Niet alleen de inhoud, maar ook de software om deze inhoud toegankelijk te maken wordt steeds meer en steeds vaker gemaakt vanuit dezelfde gedachte. Iedereen die bepaalde software gebruikt, staat het vrij om deze aan te passen of uit te breiden. Programmeurs delen hun ervaring en ideeën op sites als stackoverflow.org, waarmee de inherent sociale component van internet ook aan deze kant gewaarborgd lijkt te zijn. Ook op het gebied van de techniek is het onderscheid tussen consumenten en producenten dus aan het verdwijnen.

Een gevolg van deze veranderende verhouding tussen producent en consument is dat niemand meer passief kijkt naar de zaken die hem interesseren. De programmeur die op stackoverflow iets opzoekt over objective-C heeft altijd de mogelijkheid om actief te participeren in de discussies die zij daar aantreft; de student die op wikipedia op zoek gaat naar informatie over de Eerste Wereldoorlog staat het vrij onvolkomenheden op die site te verbeteren. Kennis verandert hiermee van specialistisch en privé in polytechnisch en publiek.

Walter Benjamin geeft al in zijn kunstessay het voorbeeld van sport om deze ontwikkelingen te illustreren (§10). Mensen die naar een wielerwedstrijd kijken vinden zichzelf al een halve renner of ploegbaas. Ze doen suggesties voor tactieken, sturen kopmannen naar voren en waterdragers naar achter en geven commentaar op het gedrag van de tegenstanders. Krantenjongens (om Benjamins voorbeeld maar te handhaven) die dit op een goeie manier doen, lopen de kans zich daarmee in de kijker te spelen en op een dag zelf daadwerkelijk zelf een renner of een ploegbaas te zijn. Benjamin preludeert hiermee eigenlijk al heel web 2.0: dankzij de nieuwe sociale media kan iedereen zijn expertise tentoonspreiden en op zijn gebied de nieuwe ploegbaas of bondscoach worden.

Omdat kennis op deze manier gemeengoed is geworden, is het (ook volgens Benjamin, hoewel zijn analyse over film gaat) noodzakelijk te werken aan een sterstatus om toch nog iets van het ‘aura’ terug te krijgen. Omdat iedereen alle kennis op internet kan vinden, is het van belang dat mensen jou als dé expert zien, dat ze jouw antwoorden op stackoverflow waarderen of dat ze jouw aanpassingen op de wiki-lemmata van belang vinden.

Individualiteit en persoonlijkheid hangt steeds meer af van de activiteiten die je op internet ontplooit. Hoe meer medailles je hebt op stackoverflow, hoe meer likes op Facebook en hoe meer volgers op Twitter, hoe belangrijker (en dus prettiger?) je jezelf voelt.

Verder lezen

Walter Benjamin: Das Kunstwerk im Zeitalter seiner technischen Reproduzierbarkeit.

Leave a comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *