EP44: Tijd en klok: de emancipatie van het medium

Black Robe
Aan het begin van de fraaie film Black Robe (Lankos & Beresford 1991) zien we een groep Algonquin-indianen in stilte en gespannen verwachting naar een klok kijken. Het tikken van de klok, die op een aparte tafel vlak voor het altaar met de crucifix is geplaatst, is het enige geluid dat in de eenvoudige blokhut te horen is. Wanneer de klok vier uur slaat,  reageren de Algonquin met een mix van verbazing, blijdschap en opluchting. ‘Ik zei het toch’, zegt één van hen, ‘De klok leeft; hij spreekt.’ De klok vertelt de eigenaren, een gezelschap van Jezuïetenmissionarissen in het Quebec van 1624, wat er moet gebeuren en wanneer dat moet gebeuren. Later in de film spreken de Algonquin over het feit dat de Jezuïeten de klok zien als hun meester en gebieder, dat ze hem vereren als een god.

Hoewel de klok als artefact de Algonquin onbekend was, was het fenomeen van de tijd hen dat uiteraard niet. Net als de andere volkeren van de westelijke hemisfeer (en de meeste natuurvolkeren) was heel hun bestaan juist doordrongen van tijd: het wisselen van de seizoenen, de baan van de sterrenhemel, de cycli van dood en geboorte. De indianen van de Great Plains volgden bijvoorbeeld de bizons in hun jaarlijkse rondgang over het continent (Weeks, p.62), de obsessie van de Azteken met hun cyclus van tweeënvijftig jaar had een belangrijke bijdrage aan hun uiteindelijke ondergang (Wilson 1998, p.8), en lange tijd is gedacht dat de Maya-teksten op hun monumenten louter calendaria en astronomie betrof (Coe 1992, p.124).

Kalenders
Desondanks was het instrumentarium waarmee de Indianen het verglijden van de tijd inzichtelijk maakten afwezig of in het beste geval rudimentair en bestond bijvoorbeeld uit stenen constructies waarvan de oriëntatie correspondeerde met de kortste of langste dag of stokken waarvan de schaduw minimaal was op het moment dat de zon haar hoogste punt bereikte. Alleen de culturen van Midden Amerika, de Maya en de Azteken, kenden een systeem dat vergelijkbaar is de klok van de Jezuïeten. Maar ook binnen deze kalenders is het etmaal de fundamentele eenheid. Een dag als 10-Quiahuitl 1-Itzcuintli  werd niet fijnmaziger opgedeeld en voor de dagelijkse gang van zaken gold – hoe belangrijk de kalenders voor hen ook waren – een blik op de zon of het eigen metabolisme als toonaangevend. Hun tijdsbesef staat op die manier in direct contact met de hemel en de aarde.

1 augustus 2016 in Maya round.

1 augustus 2016 in Maya round.

De stand van de zon en de maan, schaduwen van zonnewijzers en metabolisme vormden uiteraard ook in het Avondland initieel de basis van de tijdsmeting. Maar om de dagelijkse gang van zaken te structureren, beginnen kloosters en kerken vanaf het jaar duizend te experimenteren met horloges en klokken. Door gebruik te maken van een gecontroleerde krachtontlading (stromend water of vallende gewichten) wordt de positie van de aarde ten opzichte van de zon op een schaal weergegeven die ook af te meten is wanneer de zon niet te zien is, op een bewolkte dag bijvoorbeeld, of ‘s nachts. Waar de schaduw van de zonnewijzer nog letterlijk de zon aanwijst, doen de wijzers van de klok dit nog louter op metaforische wijze. Een zonnewijzer moet op een bepaalde manier gepositioneerd zijn om de tijd juist weer te geven. Een klok kan op elke wand van de toren gemonteerd zijn, zo lang begrepen wordt dat een ronde van de kleine wijzer correspondeert met een halve draaiing van de aarde om haar as.zonnewijzer

Wanneer vanaf de tweede helft van de dertiende eeuw het echappement de ontwikkeling van volledig mechanische klokken mogelijk maakt, worden de uren en de seconden letterlijk weggetikt – het getik dat de ruimte in het fragment van Black Robe vult. De klok vormt zo het medium waarmee we de tijd inzichtelijk kunnen maken en die uiteindelijk onafhankelijk van het gemedieerde zijn werk kan doen.

Het eigen leven
Deze ’emancipatie van het medium’ anderhalve eeuw na de scène uit Black Robe nog duidelijker, wanneer John Harrison in het begin van de achttiende eeuw de mechanische klok inzet om het longitude-probleem op te lossen. Navigatie op zee is dan nog altijd een kwestie van goed naar de hemel kijken en hoewel de Board of Longitude er aan het begin van zijn lange carrière van uitgaat dat het longitude-probleem ‘essentially an astronomical problem’ is (Sobel 2011, p.75), weet Harrison in 1761 de longitude van Jamaica met een foutmarge van 1,25 minuten te bepalen – zonder dat hij hiervoor naar de sterren heeft moeten kijken (Harrisons klok bevond zich gedurende de reis benedendeks). Dankzij deze mechanische klokken is de positie van de aarde ten opzichte van de zon onafhankelijk van de positie van de aarde ten opzichte van de zon.

Op deze manier verandert ons wereldbeeld. Voor de Algonquin is (de waarheid van) de tijd datgene dat ze zelf aan den lijve ondervinden: het directe zichtbare contact met de hemelsferen, het zien van de wisseling van de seizoenen, de ervaring van de langer wordende nachten. De Jezuïeten, daarentegen, laten zich leiden door een mechanische abstractie van die werkelijkheid – een kille onafhankelijke en betekenisloze weergave. Ze staan op, bidden en gaan werken wanneer de klok hen daartoe opdracht geeft. Tijd is voor hen niet meer de positie van de hemelsferen, maar de positie van wijzers van de klok. Iemand als McLuhan beschrijft de klok dan ook een machine die de mens uit het ritme van de seizoenen heeft getrokken:

As a piece of technology, the clock is a machine that produces uniform seconds, minutes, and hours on an assembly-line pattern. Processed in this uniform way, time is separated from the rhythms of human experience. The mechanical clock, in short, helps to create the image of a numerically quantified and mechanically powered universe. […] The clock dragged man out of the world of seasonal rhythms and recurrence, as effectively as the alphabet had released him from the magical resonance of the spoken word and the tribal trap. (McLuhan 158-168)

digital_watchDe ontkoppeling van de klok van de hemel en de aarde (een proces dat zich nog beter laat illustreren aan de hand van zogenaamde ‘digitale’ horloges, horloges die geen wijzers meer hebben) heeft tot gevolg dat we niet meer naar de hemellichamen luisteren om te weten waar en wanneer we zijn, waar in de tijd we ons bevinden. Voor de beantwoording van die vraag richten we ons op een technologisch artefact, een menselijk maaksel dat initieel en principieel een weergave is van die hemellichamen maar inmiddels een heel eigen betekenis heeft gekregen en een heel fundamentele rol in de samenleving is gaan spelen. De klok brengt een eigen waarheid aan het licht, die er bijvoorbeeld voor zorgt dat we niet gaan eten wanneer we honger hebben, maar wanneer het tijd is om te eten.

Dit correspondeert met een tendens die we in de hedendaagse samenleving op verschillende plekken terugzien. Zo maken we gebruik van een fitbit om te kijken of we wel genoeg bewogen hebben, of maken we ons zorgen of we wel genoeg drinken. Er is zelfs een heel instituut dat de waarheid over onszelf wil delegeren aan meetapparatuur en kwantificeerbare data. Net als de klok worden deze diverse media hun eigen boodschap.

Nabranders
1. Heden ten dage kijken we natuurlijk weer wel naar de hemel om te kijken waar en wanneer we zijn. We letten hier alleen niet op de stand van de hemellichamen, maar op de informatie die we terugkrijgen van de satellieten die we daar zelf hebben opgehangen.
2. De klok kan gezien worden als de ultieme ‘materiële retentie van de tijd’, waar Stiegler over spreekt (Stiegler 2014, p.81).
3. Boomkens heeft het over het gegeven dat de tijdgebonden ervaring meer dan ooit het resultaat is van ‘technologische bemiddeling en wetenschappelijke interventies. (Boomkens 2006, p.159)

Literatuur
Boomkens, R., 2006, De Nieuw Wanorde. Globalisering en het einde van de maakbare samenleving. Van Gennep.
Coe, M. De, 1992, Breaking the Maya Code. Penguin.
McLuhan,M., 1964, Understanding Media. The Extensions of Man. Routledge.
Sobel, D., 2011, Longitude. The Story of a Lone Genius who Solved the Greatest Scientific Problem of His Time. Harper Perennial
Stiegler, B., 2014, Per toeval filosoferen. In gesprek met Élie During. Klement.
Weeks, P., 2001, Farewell, My Nation. The American Indian and the United States in the Nineteenth Century. Second Edition. Harlan Davidson.
Wilson, J., 1998, The Earth Shall Weep. A History of Native America. Grove Press

Comments (1)

  1. Pingback: EP52: Communicatie 2 – taalgemeenschap | Over kunst, filosofie en techniek

Leave a comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *