Auto is het werkelijke gevaar op de weg

Twintig april stond er een artikel in Trouw dat beschreef dat de fiets een dodelijk vervoersmiddel geworden was. In een reactie daarop beschrijf ik dat het aantal fietsende verkeersslachtoffers (meestal) niet het gevolg is van de fiets, maar juist van het automobielverkeer.

Het is een beetje jammer dat de redactie van Trouw heeft gemeend mijn oorspronkelijke zin ‘Om de verkeersveiligheid te bevorderen, worden hier vier opties gesuggereerd.’ te veranderen in ‘Om de verkeersveiligheid te bevorderen, wil ik hier vier opties suggereren’, waardoor de betekenis fundamenteel veranderd is. De online-versie van het ingezonden stuk geeft de tekst wel correct weer. Ik kopieer hieronder de oorsponkelijke tekst, hoewel ik daarmee misschien voorbij ga aan de copyright-regels van Trouw.


Auto is het werkelijke gevaar op de weg

Omdat er ‘opvallend veel fietsers’ onder de verkeersslachtoffers in de stad te betreuren zijn, wordt de fiets afgelopen donderdag in Trouw gekenschetst als een ‘steeds dodelijker vervoersmiddel (“De fiets is een dodelijk vervoermiddel geworden”; Trouw, 20 april). Om de verkeersveiligheid te bevorderen, worden hier vier opties gesuggereerd: verbeteren van de infrastructuur, een veiliger inrichting van de 30 kilometergebieden, een betere handhaving, en een verbod op het gebruik van de mobiele telefoon op de fiets.

Hoe legitiem deze maatregelen op zichzelf ook zijn, met deze oplossingsrichtingen wordt voorbijgegaan aan de werkelijke oorzaak van het probleem van de verminderde verkeersveiligheid. Die is immers niet gelegen in het fietsverkeer – zelfs niet in de toenemende hoeveelheid e-bikes in de stad – maar in het gebruik van de auto. Het is de auto die het werkelijke gevaar op de weg belichaamt. De automobilist komt dankzij zijbalken en airbags in de regel ongeschonden uit een aanrijding met een fietser, waarbij de laatste een dergelijke ongewenste ontmoeting op z’n minst met flinke kneuzingen moet bekopen.

Door het toenemende autoverkeer ziet de fietser zich steeds vaker tot vreemde capriolen gedwongen, zoals links of over de stoep rijden. De fietsers en voetgangers worden op deze manier in een hobbiaanse anarchie tot elkaar veroordeeld, terwijl de automobilist in de anonimiteit van zijn kooiconstructie de situatie in relatieve onschendbaarheid kan observeren – een situatie die steeds meer mensen hun toevlucht tot de auto doet nemen en daardoor zichzelf in stand houdt en versterkt.

De infrastructurele constructies waarover in het onderhavige artikel sprake is (fietspaden, drempels, paaltjes) zijn uiteindelijk niet tegen de fietser maar tegen de automobilist gericht – terwijl deze laatste er meer hinder van ondervindt. De automobilist neemt aanzienlijk meer ruimte in in het verkeer dan de fietser, zowel tijdens de rit als bij het parkeren.  Het is daarom de auto, niet de fietser, aan te rekenen dat onze binnensteden steeds voller, onmenselijker, en onbewoonbaarder worden.

De fiets is verreweg het meest effectieve vervoermiddel dat ons ter beschikking staat – de hoeveelheid verbruikte energie per kilogram per kilometer bedraagt nog geen tiende van dat van een auto. Ik vermoed dat wanneer we de ruimte die momenteel door auto’s wordt ingenomen ten goede laten komen aan het fietsverkeer, het aantal verkeersslachtoffers drastisch zal verminderen – zonder grote infrastructurele veranderingen of een intensivering van de handhaving.

Leave a comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *