EP10: De schok van WO1

Deze zomer is het honderd jaar geleden dat de Eerste Wereldoorlog uitbrak. Deze oorlog, met zijn uiteindelijke nadruk op het ingraven van manschappen om zich te verdedigen tegen technologisch gedreven aanvallen, wordt wel de oercatastrofe van de moderne tijd genoemd. Niet alleen omdat hij de opmaat vormde voor de Tweede Wereldoorlog en de gehele uit de hand gelopen korte twintigste eeuw, maar ook en vooral omdat hier de ongebreidelde invloed van de techniek op het menselijk leven voor het eerst zijn mogelijke, geperverteerde uitkomsten toont.

tardiOok voor iemand als Walter Benjamin is de Eerste Wereldoorlog een totale schok geweest, een schok die zijn begrip van de technologie in verregaande mate heeft medebepaald. Voor hem was deze oorlog een indicatie van zowel de ongekende mogelijkheden van de techniek als ook het gevaar van het imperialistisch misbruik van die techniek. Deze imperialisten, zo stelt hij in zijn Zum Planetarium (het laatste essay van Einbahnstraße) menen nog altijd dat techniek gaat om de beheersing van de natuur. Maar de eerste wereldoorlog is een opstand van de techniek zelf tegen haar uitbuiting door de heersende klasse:

Mensenmassa’s, gassen en elektrische krachten werden het vrije veld ingeworpen, hoogfrequente stromen schoten door het landschap, nieuwe sterren verschenen aan de hemel, het luchtruim bulderde en de zee daverde van propellers en alom groef men offerschachten in moeder aarde. Dit grote dingen naar de hand van de kosmos vond voor het eerst plaats op planetaire schaal, namelijk in de geest van de techniek. Omdat echter het winstbejag van de heersende klasse zijn wil op haar dacht te kunnen botvieren, heeft de techniek de mensheid verraden en het bruidsbed in een zee van bloed veranderd (Benjamin 1994, p.81-82).

Het imperialistische dogma van techniek als beheersing van de natuur is verkeerd, zo vervolgt Benjamin. Het gaat niet om beheersing van de natuur, maar om beheersing van de verhouding tussen natuur en mensheid. De mensheid is in biologisch opzicht al millennia aan het einde van haar ontwikkeling, maar als soort staat zij pas aan het begin hiervan. De techniek heeft een dusdanig grote invloed op het menselijk leven, dat een nieuw soort mens noodzakelijk is. De toekomst van de mensheid hangt dus af van zijn verhouding tot de techniek.

Het gaat Benjamin niet om het afzweren of ontkennen van de techniek. De tanks en mitrailleurs hebben laten zien dat de burgerlijke maatschappij van de negentiende eeuw de techniek op basis van oude maatstaven blijft exploiteren. Dat wil echter niet zeggen dat er niet een andere, betere rol voor de techniek is weggelegd. Eentje die een andere verhouding tussen mens en kosmos mogelijk maakt en daarmee de weg baant voor een nieuwe collectiviteit. (Dit is te vergelijken met het punt dat Peter-Paul Verbeek maakt in zijn Op de vleugels van Icarus (2014).)

We kunnen met deze nieuwe rol van de techniek oefenen door middel van de kunst, bijvoorbeeld met het werk van Paul Klee. De maat voor zijn verbeelding is de techniek, zo stelt Benjamin. Hij heeft de ballast van de oude cultuur van zich afgeworpen en experimenteert naar het voorbeeld van de techniek of met wat die techniek mogelijk maakt. Zijn Angelus Novus, bijvoorbeeld, geeft voor Benjamin weer hoe de engel van de geschiedenis eruitziet.

Klee,_Angelus_novusDit aquarel is voor Benjamin intens dreigend (zo stelt hij in zijn negende geschiedfilosofische these), het brengt een schok teweeg met betrekking tot de ervaring van de geschiedenis: de engel heeft zijn gezicht naar de geschiedenis gericht en bevindt zich in een storm die uit het paradijs waait. Een storm die zó hard waait, dat de engel zijn vleugels niet meer kan sluiten. Deze storm noemen wij vooruitgang.

(Overigens jaagt volgens Rilke elke engel schrik aan, zoals hij schrijft in zijn eerste elegie: Het schone is niets dan het begin der verschrikking, dat wij nog net verdragen, en wij bewonderen het zo, omdat het onaangedaan nalaat ons te vernietigen. Iedere engel jaagt schrikt aan.)

Dit aquarel leert ons iets over de verhouding tussen mens en natuur, doordat het eenmalig de volledige catastrofale geschiedenis in beeld brengt. Even kijken wij met de ogen van engel en zien de geschiedenis niet als een opeenvolging van historische gebeurtenissen maar in zijn totaliteit. Een geschiedenis die geen bedoeling heeft, die inherent doelloos is. Dit gegeven wordt echter verborgen door het continue streven naar belevenissen in de moderne technologische maatschappij; een technologie die ervoor heeft gezorgd dat het leven zich in een continue staat van schok bevindt.

De nieuwe mens moet zich derhalve afstemmen op een toenemend schokmatig worden van de werkelijkheid. De schok van de Eerste Wereldoorlog die nog steeds doordreunt in ons zoeken naar belevenissen in de alledaagse werkelijkheid.

Meer lezen

Benjamin, W. (1994 [1928]), Eenrichtingstraat. Groningen:Historische Uitgeverij, pp. 81-83.

Verbeek, P.P. (2014), Op de vleugels van icarus: Hoe techniek en moraal met elkaar meebewegen. Rotterdam:Lemniscaat.

Visser, G.T.M. (1998), De druk van de beleving. Filosofie en kunst in een domein van overgang en ondergang. Nijmegen:SUN, pp.311-326.

Leave a comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *