EP51: Communicatie 1 – de andere kant van de heuvel

Routers en semaforen
Over Arthur Wellesley, de eerste hertog van Wellington en de winnaar van de Slag bij Waterloo, gaat het verhaal dat hij heeft gezegd dat hij het grootste deel van zijn leven heeft gespendeerd aan het te weten komen wat er aan de andere kant van de heuvel gebeurt. Als militair en politicus bedoelde hij dit zowel letterlijk als overdrachtelijk: op het slagveld is het noodzakelijk te weten welke opstellingen er zich in het vijandelijke kamp bevinden en in de politiek moet je weten wat je opponenten denken en doen (Lidelhart, 1948, p.7).

Het is opmerkelijk dat deze uitspraak juist van de winnaar van Waterloo komt. Zijn opponent bij deze slag, Napoleon Bonaparte, was namelijk de zelf-gekroonde keizer van een imperium dat, als eerste in de wereldgeschiedenis, over een integraal en uitgebreid systeem beschikte dat hem in staat stelde nagenoeg direct informatie te verkrijgen over de situatie aan de andere kant van de heuvel: de optische telegraaf, uitgewerkt door Claude Chappe (1763–1805). Dit systeem van torens met houten seinconstructies er bovenop was uitgegroeid van één enkele verbinding tussen Lille en Parijs in 1793 tot een uitgebreid en landelijk geheel in 1815. Dankzij dit netwerk kon Napoleon in Parijs berichten ontvangen die slechts enkele uren daarvoor door zijn generaals aan de uiterste grenzen van het rijk verstuurd waren – een afstand die eerder slechts in dagen of weken overbrugd kon worden.

De snelheid en betrouwbaarheid van dit netwerk van Chappe kwam vooral voort uit zijn relatieve eenvoud. Een lijn in dit netwerk bestaat uit een aantal semaforen waarbij de ene semafoor op zo’n afstand van de volgende is geplaatst dat ze allebei met behulp van verrekijkers nog vanuit elkaar zichtbaar zijn. De seinconstructie van de semafoor bestaat uit een grote H-vormige constructie: een horizontale balk (régulateur) die vier posities kon innemen en haaks hierop twee verticale planken (indicateurs) die elk zeven posities konden innemen. Op deze manier had de totale constructie op elk moment één van 196 (7x7x4) posities.

De ‘bestuurder’ van een semafoor kijkt naar de voorgaande semafoor, neemt zijn positie over en houdt deze vast totdat hij heeft gezien dat de volgende semafoor dezelfde positie heeft ingenomen. Op deze manier wordt telkens één van de 196 tekens van Lille naar Parijs verplaatst. Hoewel dit ruim voldoende is om teksten alfabetisch – letter voor letter – over te brengen, ging men al snel over op een specifieke code, waarbij elke twee cijfers een bepaald woord op een bepaalde pagina in het codeboek representeerden. Omdat alleen de verzender en de ontvanger de beschikking hadden over dit codeboek, bracht deze verandering niet alleen een snellere maar tevens een veiligere overdracht van informatie teweeg. Indicatief voor het succes van deze methode is dat de semafoor tot 1850 in gebruik is gebleven (en in het nautische domein zelfs nog langer).

Het Chappe-netwerk in 1830.

Het primaat van de taal
Het uiteindelijke doel van het Chappe-netwerk is uiteraard niet nieuw. Mensen hebben altijd al de behoefte gehad aan gedetailleerde beschrijvingen van de situatie aan de andere kant van de heuvel: weten wat anderen bezighoudt of wie wat heeft gedaan en waarom; en dat niet alleen van mensen die zich elders bevinden, maar ook van onze directe dorps- en huisgenoten. Het is de taal die ons hiertoe in staat stelt en die, volgens taalkundige Stephen Pinker, bij onze soort hoort als het maken van een web hoort bij een spin:

People know how to talk in more or less the sense that spiders know how to spin webs. […] Some kinds of bats home in on flying insects using Doppler sonar. Some kinds of migratory birds navigate thousands of miles by calibrating the positions of the constellations against the time of day and year. In nature’s talent show, we are simply a species of primate with our own act, a knack for communicating information about who did what to whom by modulating the sounds we make when we exhale (Pinker 1994, pp.18–20).

Ondanks dat er veel discussie is over de vraag wanneer in de evolutie taal zich begon te ontwikkelen, en over de vraag of mensen de enige dieren zijn die een complex communicatiesysteem kennen (zie hierover op.cit.pp.342–354), is het duidelijk dat de evolutionaire ontwikkeling van homo sapiens niet los gezien kan worden van de evolutionaire ontwikkeling van de taal – en dat deze twee elkaar in grote lijnen versterken. Dankzij de taal kunnen kennis en kunde via een andere dan de evolutionaire weg aan volgende generaties worden overgedragen. Zaken die niet in de genetische opmaak vastgelegd liggen kunnen dieren alleen maar leren door experimenteren of door hun ouders na te doen. Mensen kunnen elkaar abstracte, theoretische of biografische situaties beschrijven en de oplossingen hiervan of leringen hieruit in de veilige omgeving van bijvoorbeeld het kampvuur met elkaar delen. Dankzij de taal zijn we in staat een zaak “in zo verstaanbaar mogelijke bewoordingen aan een ander” mede te delen (Visser, 1998, p.42).

Communiceren, het inzetten van taal, hangt samen met delen; het gaat in de taal om mede-delingen. In zijn Über Sprache überhaupt und über die Sprache des Menschen beschrijft Walter Benjamin taal dan ook in termen van mededeelbaarheid (Mitteilbarkeit). Hiermee maakt hij een onderscheid tussen de dingen zelf en de dingen voor zover ze mededeelbaar zijn. Doordat de taal altijd alleen maar de dingen uitdrukt voor zover ze mededeelbaar zijn, kan het niets uitdrukken dat niet al in de taal is. Taal, zo zegt Benjamin,

teilt das sprachliche Wesen der Dinge mit. Dessen klarste Erscheinung ist aber die Sprache selbst. Die Antwort auf die Frage: was teilt die Sprache mit? lautet also: Jede Sprache teilt sich selbst mit. Die Sprache dieser Lampe z.B. teilt nicht die Lampe mit (denn das geistige Wesen der Lampe, sofern es mitteilbar ist, ist durchaus nicht die Lampe selbst), sondern: die Sprach-Lampe, die Lampe in der Mitteilung, die Lampe im Ausdruck. Denn in der Sprache verhält es sich so: Das sprachliche Wesen der Dinge ist ihre Sprache.

De onmiddellijkheid van het mededeelbare
Omdat taal volgens Benjamin niets anders kan uitdrukken dan zichzelf, niets anders dat het talige mededeelbare, doet het dit op een onmiddellijke wijze (onmiddellijk in de zin van niet-middellijk): er is niet iets dat door middel van de taal wordt uitgedrukt, maar wat zelf niet talig is. (Dit overigens in schril contrast met wat populaire communicatie-theorieën verkondigen, die expliciet spreken van het versturen van een boodschap van een verzender naar een ontvanger – een opvatting die door Benjamin de burgerlijke opvatting van taal is gedoopt.) Het mededeelbare van het ding is niet het ding zelf. Er is geen boodschap die zich eerst vormt in het bewustzijn van een verzender, vervolgens overgezet wordt naar taal en via dat medium naar een ontvanger getransporteerd: de spreker en zijn toehoorders leren op hetzelfde moment wat er wordt gezegd:

Our thoughts come out of our mouths so effortlessly that they often embarrass us, having eluded our mental censors. When we are comprehending sentences, the stream of words is transparant; we see through to the meaning so automatically that we can forget that a movie is in a foreign language and subtitled (Pinker, 1994, p.21).

Deze onmiddellijkheid van het mededeelbare, de transparantie van de taal, geldt met name moedertaalsprekers van dezelfde taal. Iemand die louter spreekt in zijn eigen idiolect, of een mengelmoes van allerlei talen door elkaar gebruikt (zoals Jorge in In de naam van de roos), kan zichzelf slechts door grote inspanning van zijn toehoorders verstaanbaar maken. Moedertaalsprekers van dezelfde taal hebben meestal letterlijk aan een half woord genoeg om elkaar te verstaan. Dit kan gebeuren doordat zij delen in het mededeelbare: hun woorden drukken voor allen hetzelfde uit en zijn toegerust en accuraat voor de (fysieke) omgeving waarmee zij zich geconfronteerd zien (Pinker, 1994, pp.31f.).

Indicatief voor dit gemeenschap-stichtende aspect van taal is ook dat het Chappe-netwerk in het begin van de negentiende eeuw ook expliciet is ingezet voor het stichten en versterken van de nationele eenheid van Frankrijk. Dit vormt het onderwerp voor de volgende blog.

Leave a comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *