EP52: Communicatie 2 – taalgemeenschap

Het afzien van het individuele
Het ontstaan van een gemeenschap, wat in het Engels een community wordt genoemd, hangt samen met de mogelijkheid van communiceren: de overeenstemming over de mededeelbaarheid van een taal door sprekers van die taal vormt de grond op basis waarvan zij zich met elkaar verbonden voelen. Dit geldt uiteraard ook voor subculturen binnen eenzelfde taalgemeenschap: artsen, juristen, informatici of voetbalsupporters voelen zich met elkaar verbonden door hun specifieke dialect of jargon – en gebruiken dit ook om zich te onderscheiden van anderen. Iemand die het vocabulaire van een groep niet machtig is, zal altijd een buitenstaander blijven.

Opvoeding en onderwijs bestaan dan ook voor een groot deel uit het aanleren van dit specifieke vocabulaire. Hoewel een student zich daarvoor een stuk meer moeite voor moet getroosten dan een klein kind (Pinker 1994, pp.39ff.), is het eindresultaat hetzelfde: in staat zijn jezelf op onmiddellijke wijze verstaanbaar te maken en daardoor inherent onderdeel te vormen van de gemeenschap waarbinnen je je bevindt.

In het spreken zien we af van het individuele en het persoonlijke teneinde dit mededeelbaar te maken. Het overeenkomstige, de gemeenschappelijkheid van dit mededeelbare zorgt ervoor dat we door dit spreken een gemeenschap vormen: we zijn het eens over datgene dat door de taal wordt medegedeeld. Iets vergelijkbaars zien we gebeuren bij het netwerk van Chappe. Behalve goed weer en betrouwbare verrekijkers is overeenstemming over datgene wat met een bepaalde stand van de regulateur en de indicateurs wordt bedoeld essentieel voor de werking van het netwerk.

De verzenders en ontvangers vormen een gemeenschap van personen die dezelfde interpretatie toekennen aan de stand van de seintoren. Het grote verschil met de natuurlijke taal is evenwel dat deze toekenning van betekenis niet onmiddellijk verloopt. Er is daadwerkelijk eerst een bericht, een stuk tekst dat door iemand is bedacht en uitgewerkt. Deze tekst moet vervolgens worden omgezet in een serie geprotocolleerde (artificiële) codes die bij zowel de verzendende als de ontvangende partij bekend zijn (de operatoren van de tussenliggende semaforen waren onbekend met de betekenis van de codes die ze doorstuurden).

Aan de ontvangende kant worden deze codes weer terugvertaald in een stuk tekst om de betekenis van de boodschap te achterhalen. In tegenstelling tot natuurlijke taal is deze vorm van communicatie fundamenteel gemediteerd: het Chappe-netwerk was een medium.

Onderdeel van het protocol waarmee het Chappe-netwerk werkte.

Nationale eenheid
Patrice Flichy, socioloog en hoogleraar aan de Université Marne-la-Vallée, vertelt ons dat, hoewel het Chappe-netwerk primair militaire doeleinden diende (en het doorgeven van de winnende nummers van de nationale lotto, (Flicgy 1997, p. 33), er direct ook al een socio-economische werking aan werd toegekend. In het gebruik van dit medium ontstond een nationale ruimte waarbinnen een nieuwe tijdsrekening, nieuwe eenheden voor afstand en gewicht en een nieuwe algemene taal golden.

Behalve liberté, egalité en fraternité hanteerden de architecten van het nieuwe Frankrijk het trio rationalité, simplicité en universalité om de nieuwe tijd te kenschetsen (p.26). Het verdeelde Frankrijk van de laat achttiende eeuw moest tot een nationale eenheid gesmeed worden, waarbij iedere burger zich met zijn buurman verbonden voelde, dezelfde doelen nastreefde en dezelfde idealen koesterde. Individuele en regionale verschillen moesten daarvoor overboord gezet worden ten gunste van een simpeler en universeler systeem:

[Il s’agit de] supprimer les particularismes régionaux et de renforcer l’unité nationale en créant des divisions reposant sur une égalité spatiale ou démographique. (Flichy 1997, pp.21–22)

Een gemeenschap die het niveau van het dorp overstijgt kan niet ontstaan door de onmiddellijke gemeenschappelijkheid van het mededeelbare; hoe hard je ook schreeuwt, mensen aan de andere kant van de heuvel kunnen je niet horen en als ze je zouden kunnen horen is het niet vanzelfsprekend dat ze je kunnen verstaan of begrijpen. Een dergelijke gemeenschap kan alleen maar ontstaan en bestaan wanneer ze afzien van hun regionale details en eigenschappen, overeenstemming bereiken over waarden, betekenis en doelen, en een systeem bedenken en implementeren om deze waarden, betekenissen en doelen met elkaar te delen.

Om het mededeelbare te delen met mensen die zich buiten onze gehoorsafstand bevinden, om een gemeenschap te creëren die die van het dorp overstijgt, is een artificiële overdracht noodzakelijk – een overdracht die na Chappe in toenemende mate technologisch van aard werd. In het kielzog daarvan ontstond in de tweede helft van de negentiende eeuw de gedacht aan de maakbaarheid van de nationale eenheid, zoals fraai verwoord wordt door Zygmunt Bauman:

The nation-state owed its success to the suppression of self-asserting communities; it fought tooth and nail against ‘parochialism’, local customs or ‘dialects’, promoting a unifies language and historical memory at the expense of the communal traditions. (Bauman 2000, p.173)

Metrologische chaos
Het is dit project van het bouwen van een natie-staat waar de revolutionairen van 1789 zich mee bezig hielden. Ook zij zagen zich geconfronteerd met een wildgroei aan regionale dialecten, gebruiken, en gewoonten. Zo was er een grote diversiteit aan eenheden voor gewicht en afstand. Flichy beschrijft de situatie aan de vooravond van de Revolutie:

[On] était face à une véritable chaos métrologique. On mesurait des object différents avec des mesures différentes: les uns en pas, d’autres en coudées ou en pieds. Certaines mesures n’avaient pas d’objectivité physique. On mesurait la terre en fonction du nombre de journées de travail. Par ailleurs les mesures variaient d’une paroisse à l’autre. Sur certains marchés, on utilisait simultanément deus à trois systèmes de poids pour la mesure du blé. (Flichy 1997, p.25)

Deze metrologische chaos, de verschillende belastingen en heffingen die hierop werden geheven en het misbruik dat door de regionale overheden hiervan gemaakt, zorgden voor een toenemende sociale onrust die uiteindelijk mede verantwoordelijk was voor de Franse Revolutie in 1786 (Adler 2002). Gericht als zij waren op universalité, rationalité en simplicité was er hen veel aan gelegen de diversiteit aan onduidelijke en subjectieve maten, die gecontroleerd werden door monarchen of andere potentaten, te vervangen door een systeem dat de objectieve en meetbare eenheid van de aarde zelf als basis zou hebben.

De waarden die hiervan zouden worden afgeleid zouden overal in de Republiek hetzelfde betekenen en op eenzelfde manier gehanteerd zouden worden. Een kilo bloem zou in Parijs hetzelfde zijn als in Perpignan, een liter melk in Lille hetzelfde als in Lyon. Om de lengtemaat te objectiveren mat men de afstand van de pool door Parijs tot aan de evenaar en deelde dit door tien miljoen; een gebeurtenis die volgens schrijver Daniel Kehlmann met de nodige ceremonie gepaard ging:

[Humboldt] stond erbij toen in de motregen op een vertrapt grasveld buiten de stad het laatste segment van de lengtegraad gemeten werd die Parijs met de pool verbond. Toen het klaar was, namen allen hun hoed af en schudden elkaar de hand: één tienmiljoenste van de afstand werd in metaal gevat en zou de eenheid van alle toekomstige lengtemetingen worden. Men wilde haar meter noemen. (Kehlam 2013, p.34)

Literatuur
Alder, K. (2002). The Measure of all Things—The Seven-Year-Odyssey that Transformed the World. London: Abacus.
Bauman, Z. (2012), Liquid Modernity. Cambridge, UK: Polity Press.
Flichy, P. (1991). Une histoire de la communication moderne. Espace public et vie privée. Paris:La Découverte.
Kehlmann, D. (2006). Het meten van de wereld. Een filosofische avonturenroman over het leven van twee genieën. Vertaling uit het Duits door Jacq Vogelaar. Amsterdam: Querido.
Lidel Hart, B.H. (1948). The Other Side of the Hill. Germany’s Generals. Their Rise and Fall, with their own Account of Military Events 1939–1945. London:Cassel.
Pinker, S. (1994). The Language Instinct. Pinguin.
Visser, G.T.M.(1989). Nietzsche en Heidegger. Een confrontatie. Amsterdam:SUN.

Zie ook deze blog over het metrische stelsel, of deze blog over de emancipatie van het medium.

Leave a comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *