1. zwart van de mensen
De geschiedenis van de twintigste eeuw kan niet accuraat beschreven worden zonder een analyse van het ontstaan van de massa als subject. Het zijn de grote mensenmassa’s geweest die deze korte eeuw kenmerkten; van de muitende matrozen in Kiel in 1918, via de studentenopstanden in mei 1968 tot en met de Berlijners met pikhouwelen in 1989. In al deze voorbeelden (en er zijn er veel meer te geven) was er eerst een groepje mensen, daarna was het een opstootje en ineens zag het er zwart van de mensen. Niets is georganiseerd, er is geen leiding en er zijn geen afspraken. Een mensenmassa is er ineens, met zijn zuigende werking, met zijn heel eigen dynamiek.
De dynamiek van de mensenmassa is er eentje waarin het individuele verdwijnt onder het zog van de massa. In de mensenmassa is er bijna geen ruimte tussen de verschillende personen; daarom is de ander net zo dichtbij als het zelf. Niemand is meer of beter dan de ander; de massa als subject is fundamenteel egalitair en laat zich leiden door de gezamenlijke wens tot ontlading. Een ontlading die zich laat belichamen in de vorm van een held, een leider.
De grote massa’s van de twintigste eeuw kunnen aan de hand van deze analyse geduid worden. Het fascisme bijvoorbeeld werd al in 1924 door Robert Michels omschreven als Carlyisch, compleet met hero worship en een heldenreligie:
Der Faschismus ist absolut carlyisch. Selten hat die lange und krause Geschichte des modernen Parteienwesens uns ein so prototypisches Beispiel für die inneren Bedürfnisse der Masse zu hero worship gegeben, wie es der Faschismus bietet. Absolutes, blindes Vertrauen und glühende Verehrung bringt diese Partei ihrem Führer, dem Duce, entgegen.(Michels 2987, p.293)
In tegenstelling dus tot wat vaak gedacht wordt, kenmerkt de massaliteit van bijvoorbeeld het fascisme zich juist door een horizontale, in plaats van een verticale dynamiek: de massa die naar een ontlading zoekt krijgt een eigen subjectiviteit juist doordat ze datgene wat de mensen samendrijft projecteren in een persoon of partij die buiten henzelf ligt. Hierdoor wordt de eigen waarneming beïnvloed door, ondergeschikt gemaakt aan het geïdealiseerde beeld van het vereerde object: de held of de leider. Deze leider wordt dan een medium waarmee de overtuigingen van de massa aan de constituerende individuen wordt overgedragen: een massamedium.
2. mediamassa
Waar zijn ze gebleven, die grote massale opstanden uit de vorige eeuw, die zich kenmerkten door een gezamenlijke woede over een zinloze oorlog, over atoombommen, een gemeenschappelijk ideaal, of een algemene verontwaardiging? In vergelijking met de vijfhonderduizend demonstranten op het Malieveld in 1983 zijn de paar honderd mensen die heden ten dage op de Dam op komen dagen om hun ideeën kracht bij te zetten maar een schamele vertoning.
Het lijkt erop dat menigten en ongenoegens tegenwoordig vooral via het virtuele domein geuit worden. De Facebook-pagina van de Partij voor de Dieren heeft bijvoorbeeld een kleine negentienduizend volgers, maar bij een congres van diezelfde partij komen maar 350 mensen opdagen. De hedendaagse, of zo je wilt postmoderne, mensenmassa kenmerkt zich niet door fysieke nabijheid die juist de eigen dynamiek van de massa als subject uitmaakt. Het kent dus ook geen aanzuigende werking, geen wens tot ontlading en dus ook geen exteriorisering van het gemeenschappelijke ideaal in de heldenverering.
Wat is daarvoor in plaats gekomen? Wanneer we kijken naar de grote groepen op bijvoorbeeld Facebook wordt duidelijk dat de ‘plek’ waar de meeste mensen ‘samenkomen’ gevormd wordt door evenementen, gebeurtenissen, beroemdheden of ideeën die juist (en al eerder?) door de massamedia zelf zijn ontstaan. Een leuk filmpje van een discussie tussen een christen en een atheïst trekt zevenmiljoen mensen en een tv-serie als The Big Bang Theory heeft zelfs drieëndertigmiljoen volgers op Facebook. Enorme aantallen als je het vergelijkt me de fysieke massaliteit van de vorige eeuw.
Drieëndertigmiljoen personen die individueel achter hun computer zitten. Hier wordt een gevoel van samenhorigheid gecreëerd die doet denken aan Riesmans Lonely Crowd; hier komt de georganiseerde verlatenheid van Hannah Ahrend duidelijk naar voren. Is het denkbaar dat zonder de geheel eigen dynamiek van de fysieke massa deze postmoderne massaliteiten politiek monddood worden? Dit lijkt de stelling van bijvoorbeeld Peter Sloterdijk:
Bei Massen, die nicht mehr als aktuell versammelte zusammenkommen, liegt es nahe, daß ihnen mit der Zeit das Bewußtsein ihrer politischen Potenz verlorengeht. […] Die postmoderne Masse ist Masse ohne Potential, eine Summe aus Mikroanarchismen und Einsamkeiten, die sich kaum noch erinnert an die Zeit, in der sie […] als ausdrucksschwangeres Kollektiv Geschichte machen wollte und sollte. (2000, p.18)
Deze conclusie van Sloterdijk lijkt me evenwel te ver gaan. De massa’s die zich verzamelen op internet hebben wel degelijk politiek momentum. De waarderingen, wensen of verontwaardigingen van de Lonely Crowd is niet minder gemeend, niet minder authentiek dan die van de betogers in 1981. Alleen hun manier van ageren is anders: deze massa is een mediamassa geworden – en het is politieke zelfmoord om deze te negeren.
Verder lezen:
Michels, R. (1987), Masse, Führe, Intellektuelle. Politisch-soziologische Aufsätze 1906-1933. Frankfurt/New York.
Ortega y Gasset, J. (1930),La rebelión de las masas.
Sloterdijk, P. (2000), Die Verachtung der Massen. Versuch über Kulturkämpfe in der modernen Gesellschaft. Frankfurt aM:Suhrkamp Verlag.
Remco
bart