Over autoloosheid

De gemakzucht en vanzelfsprekendheid waarmee er van uit wordt gegaan dat je wel een auto zult bezitten, heeft me altijd verbaasd. Zelfs studenten die mij naar Zernike zien fietsen vragen of mijn auto kapot is; blijkbaar is het ook voor een grote groep studenten gebruikelijk om met de auto naar college te gaan – zoals ook stond te lezen in de Leeuwarder Courant van 11 december 2014.

Er zijn verschillende argumenten tegen het bezit van een auto aan te voeren, niet in de laatste plaats het kostenplaatje. Afgezien van de aanschafprijs kost een auto wegenbelasting, verzekering en (in de meeste gevallen) een parkeerplaats. Een vriend van me vertelde dat hij honderdzestig euro per maand kwijt is aan zijn auto, die voor dat geld nog geen meter heeft gereden. Wanneer beschikking over automobiliteit praktisch en gewenst is (zoals bijvoorbeeld bij de logistieke operatie van het bezoeken van wederzijdse schoonouders met kerst), huur ik voor minder geld een auto die beter verzorgd, moderner en ruimer is dan de auto van die vriend. Dit past overigens ook in de nieuwe economie, waarin bezit minder belangrijk wordt dan beschikbaarheid van services.

In de auto verdoe je je tijd. Hoewel ik ooit heb gezworen nooit meer te werken waar ik niet woon, woon ik sinds kort min of meer in Sneek terwijl ik in Groningen werk. Het overbruggen van deze afstand met Arriva kost me ongeveer een uur (plus twee keer een kwartier fietsen, wat ook nog goed is voor de gezondheid), wat nauwelijks langer is dan wanneer ik over de A7 zou rijden en bij Joure en op de ring Groningen in de file zou staan. Dit uur kan ik gebruiken om mails weg te werken, boeken te lezen, na te denken of gewoon een beetje uitrusten door naar buiten te kijken. Dit stukje tekst is bijvoorbeeld geschreven in de trein van Leeuwarden naar Groningen. Tijdens het autorijden kan ik al deze dingen niet doen, plus dat ik de stress zou hebben van de file en rijgedrag van medeweggebruikers.

De automobiliteit maakt de binnensteden steeds onleefbaarder. Zowel in Sneek als in Groningen is het blijkbaar normaal om de auto maar ergens neer te zetten – dubbel, op de stoep, in het gras – wat het fietsen door de stad in een ware slalom verandert. Fraaie lanen zoals de dr Boumanweg of de Stationsstraat in Sneek verliezen hun glans en glorie door de herrie en andere vervuiling van de grote stroom auto’s die daar continu overheen raast. Een ander gevolg van deze situatie is dat fietsers zich steeds vaker gedwongen voelen om over de stoep te fietsen, waarmee ook de stoep voor voetgangers niet meer veilig is. Speeltuinen en dergelijke moeten voorzien worden van grote hekken om te voorkomen dat de kinderen de straat op rennen, met alle gevaren van dien.

De toekomst is aan de zelfrijzende, elektrische auto’s die algemeen bezit zijn. Auto’s die op afroep beschikbaar zijn en je comfortabel en goedkoop van A naar B brengen terwijl je zelf nuttige dingen aan doen bent. Deze auto’s kunnen veel effectiever gebruik maken van de bandbreedte van het wegennet, kunnen zichzelf parkeren en opladen en stoten ook nog een stuk minder broeikasgassen uit. Experimenten in deze richting worden bijvoorbeeld in Masdar City in de Verenigde Emiraten uitgevoerd.

Leave a comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *