EP2: Schoonheid en wereld

Wat is het dat mij aantrekt in het ene kunstwerk en mij afstoot in het andere? Waarom vind ik de Derde van Mahler geweldig en zet ik de radio uit wanneer Anouk gedraaid wordt? Wat zegt die voorkeur over mij en over de wereld die ik bewoon?

Wanneer mij gevraagd wordt waarom ik van Mahler of Daft Punk houd, kan ik wijzen op de complexiteit van de muziek, de opvallende en onverwachte overgangen hierin en de diversiteit aan stijlen die voorbij komen. Ik kan vertellen over hoe goed de muziek past bij de tijd waarin deze gemaakt werd en de historische context hiervan omschrijven. Maar hoe ver ik ook ga ik mijn beschrijving, ik zal iemand die niet van Mahler of van Daft Punk houdt nooit overtuigen van mijn gelijk.

Kant meende dat het esthetisch oordeel – het antwoord op de vraag of ik een object mooi of lelijk vind – niet geconcludeerd kan worden uit een beschrijving van het object zelf; alleen directe interactie met het object maakt mij duidelijk of ik het mooi of lelijk vind. Volgens hem is de oorsprong van dit esthetisch oordeel gelegen in de subjectieve beleving die het object bewerkstelligt: een beleving die nooit door een beschrijving van dat object kan worden bereikt.

Ondanks dat ik niet kan uitleggen waarom ik iets mooi vind, attendeer ik mijn vrienden wel gelijk via allerlei sociale media op iets nieuws moois wat ik heb ontdekt. Ik noem  de titels van de boeken die ik mooi vind op Facebook of gebruik Whatsapp om mensen foto’s te sturen van mooie posters of landschappen. In tegenstelling tot wat veel mensen denken is het esthetische oordeel nooit louter subjectief. Kant heeft al aangetoond dat de we de vermeende schoonheid van een object nooit afdoen als een puur persoonlijke aangelegenheid: als we iets mooi vinden, verwachten we dat iemand anders het ook mooi vindt – of er is iets goed mis met zijn smaak.

Maar toch onttrekt schoonheid zich aan de algemene geldigheid die Kant hiervoor reserveerde. Het is nu eenmaal een feit dat er veel mensen zijn die Anouk juist prachtig vinden en Mahler of Daft Punk verschrikkelijk. Mijn voorkeur voor het omgekeerde zegt niet alleen iets over mijn persoonlijkheid, maar ook over de gemeenschap waarin ik mij thuis zal voelen. Mensen die mij kennen zullen mij minder snel een update sturen over Anouk dan over Mahler. Dat ik bepaalde dingen mooi, grappig of leuk vind zegt iets over de groep waarin ik mij thuis voel. Ik zoek mensen op die mijn voorkeuren delen en samen vormen wij een groep.

Op deze manier creëert kunst gemeenschappen. Gemeenschappen van individuen die bepaalde voorkeuren gemeenschappelijk hebben. Wat wij als mensen gemeenschappelijk hebben is niet, zoals Kant dacht, dat we allemaal hetzelfde mooi vinden, maar wel dat we allemaal de mogelijkheid hebben iets mooi te vinden: we kunnen allemaal schoonheid vinden in bepaalde onderdelen van de wereld die we bewonen. Sterker nog: die wereld wordt bepaald juist door de schoonheid (of lelijkheid) die we erin kunnen vinden.

Onze esthetische oordelen zijn immers niet zonder gevolgen; het zijn geen arbitraire oordelen die we vellen als het echte werk voorbij is. Wanneer ik iets mooi vind, zegt dat iets over mijn bereidheid om voor langere tijd of vaker met dit ding om te gaan. Mijn voorkeur voor Mahler impliceert dat ik af en toe naar een uitvoering van zijn werk ga en me erin ga verdiepen om een beter begrip ervan te krijgen. De uitdaging die van het werk uitgaat – en waarom ik het werk überhaupt mooi vind – stuurt mij in de richting van andere werken, vereist bepaalde acties van me en brengt met in contact met  mensen die mij in mijn zoektocht kunnen bijstaan. Het geeft, kortom, richting aan mijn persoonlijke leven en de wereld waarin ik me thuis voel.

Verder Lezen:

Nehamas, A. (2007), Only a Promise of Happiness. The Place of Beauty in a World of Art. Princeton, NJ: Princeton UP. pp. 72-85.

Leave a comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *